Romeinen in Cuijk

Nadat Julius Caesar Gallia heeft veroverd, zijn de Romeinen enkele decennia later al opgerukt tot voorbij Nijmegen. In deze regio aan de noordgrens van het Romeinse Rijk wordt direct begonnen met de aanleg van heerwegen, die snel transport en troepenverplaatsing mogelijk maken. Op de westoever van de Maas wordt langs Cuijk ook een heerweg aangelegd, wat een groot aantal veranderingen in gang zet. Langs de weg ontstaan nieuwe nederzettingen en de lokale bevolking krijgt via kooplieden toegang tot geïmporteerde goederen als aardewerk en glas. Tot deze ontwikkelingen blijft het echter niet beperkt. Ontdek hoe het leven van de lokale bevolking veranderde en werd beïnvloed door de aanwezigheid van Romeinse soldaten.

Castellum en vicus

In Cuijk heeft in de Romeinse tijd een castellum gestaan. Dit is het Romeinse woord voor een fort. Cuijk ligt op de oever van de Maas aan een buitenbocht, waar in de Romeinse tijd een belangrijk knooppunt ligt. Door dit knooppunt en de mogelijkheid om bij Cuijk de rivier over te steken, is het dorpje van groot strategisch belang. De eerste bewoningsresten die zijn gevonden bij archeologisch onderzoek komen dan ook al uit de eerste eeuw na Christus. Of Cuijk toen al een castellum was, is niet helemaal duidelijk. Wat er toen al wel lag is een vicus, een Romeins dorp. In Cuijk zijn ook de resten gevonden van een badhuis en enkele tempels.

Legionairs 

Het Romeinse leger bestaat uit twee soorten soldaten; legionairs en hulptroepen. Binnen deze twee groepen zijn grote verschillen. De legionairs zijn gelegerd in ‘castra’, grote legerkampen. Mannen met het Romeinse burgerrecht geven zich vaak vrijwillig op om aan hun betaalde dienstplicht te voldoen. De hulptroepen bestaan uit mannen zonder het Romeinse burgerrecht. Zij worden gelegerd in kleine forten – castella – en verdienen minder dan de legionairs. Als ze hun diensttijd van 25 jaar voltooien, krijgen ze het Romeinse burgerrecht voor zichzelf en hun gezin ter beloning. De legionairs ontvangen alleen een geldschenking of een stuk grond. Om de goden gunstig te stemmen bidden de Romeinen iedere dag aan het huisaltaar – het lararium. Hier worden pijpaarden of bronzen beeldjes van de godinnen opgesteld en offers gebracht.

De Romeinse Heerweg
Op de oever van de Maas wordt waarschijnlijk al in de eerste eeuw door Romeinse soldaten een heerweg aangelegd. Deze weg loopt tussen Tongeren en Nijmegen. Die weg maakt op zijn beurt weer onderdeel uit van de langere route van Maastricht (Mosa Trajectum) en Nijmegen (Noviomagus). Eerst wordt de zes meter brede verharde weg gebruikt voor het transport van troepen en materieel. Later doet de heerweg ook dienst als verbindingsweg tusen legerplaatsen, grensforten en andere delen van het Romeinse Rijk. Soldaten, handelaars en de lokale bevolking maken hier dankbaar gebruik van. Zo ontstaan na verloop van tijd plaatsen en kampdorpen zoals Blariacum en Ceuclum, nu bekend als Blerick en Cuijk.

Vanaf het jaar 334 krijgt de heerweg extra betekenis dankzij de aanleg van de brug die bij Cuijk de Maas oversteekt. Hierdoor wordt onder andere snellere troepenverplaatsing mogelijk. Lees hierover het verhaal ‘Een 450 meter lange brug’!